vreemd 2004/7
Onbekend is vreemd is raar is onbemind

De redactie van De Nieuwe vroeg mij een bijdrage te leveren aan dit nummer dat over ‘vreemd’ moet gaan. Vreemd dat ze mij vragen, terwijl ik daar toch niet schouderkloppend ben weggegaan. Het bewijst maar weer eens dat vergevingsgezindheid ons niet vreemd is.

Ik zag een uitzending van Jiskefet waarin zij ‘acteurs in een modern toneelstuk’ spelen. Uiteraard was het niet te verstaan en niet te volgen. Michiel Romeijn als toeschouwer riep regelmatig ‘raar’. Wat onbekend is en niet wordt begrepen, wordt belachelijk gemaakt of kalt gestellt.
Als iets niet begrepen wordt, is men geneigd te denken dat de eigen intelligentie daarvan de oorzaak is. Omdat die gedachte te bedreigend is, wordt met het onderwerp het liefst de spot gedreven.
Agressief reageren op wat ‘vreemd’, dus onbekend is, kan betekenen dat men zich betrapt voelt op onkunde en dommigheid. Men voelt zich aangevallen en mept terug.

Ook binnen de kunst kent men deze reacties en dan maakt het niet uit of de toeschouwer al dan niet een deskundige is. Sommige recensies of kunstbesprekingen zijn in een toon gesteld dat men de schrijver zonder terughoudendheid van agressief gedrag zou mogen betichten. Wat ik vreemd vind, is dat deze beroepsgroep vrijelijk zijn onzin mag uitkramen zonder dat de besprokene weerwoord heeft. Als een recensent schrijft dat hij niets begreep van wat hem werd aangeboden en spottend concludeert dat hij blijkbaar te dom is en uit zijn artikel blijkt dat hij dat ook echt is, dan vraag je je af of deze persoon moet blijven leven.

Terwijl ik dit schrijf heb ik de televisie afgestemd op de openingsceremonie van de Olympische Spelen. Ik ben benieuwd naar de bijdrage van DJ Tiësto en Björk. Terwijl onze landgenoot zijn muziek laat horen, blaten twee sportcommentatoren onvermoeid door de muziek heen en vertellen wat wij met eigen ogen zien.
Ik denk dat zij deze muziek niet kennen. Ze vinden het wellicht vermoeiend lawaai en doen daarom hun uiterste best de muziek weg te drukken. De NOS vernedert deze muziek tot muzak. Is hier sprake van ‘de spot drijven met’ of van ‘bewust agressief gedrag’? Ik geloof geen van beide, ik denk eerder aan een ontkennende benadering.
Men kan dus ook op ontkennende wijze reageren op iets dat vreemd is: je hoeft je niets af te vragen, het ís er gewoon niet.
De NOS sportredactie moet ongetwijfeld uit enkele seniele bobo’s bestaan, maar omdat ik sport bedrijven een vreemde bezigheid vind, zal me dat verder worst wezen.

De meest verontrustende reactie op iets dat ‘vreemd’ is, vind ik de reactie met afgedekte agressie. Ogenschijnlijk vriendelijk word je voorgehouden, dat men niet van je ‘vreemde’ gedrag gediend is.
Hiermee werd ik geconfronteerd op een natuurcamping van Staatsbosbeheer, waar je geacht wordt je geld, in ‘n envelop, in een bus te stoppen. Toen ik daar ‘s avonds laat aankwam en er voor één nacht een piepklein tentje wilde opzetten, bleek het er al aardig vol. Alleen een zeer groot leeg veld waar kennelijk ‘gespeeld’ moest kunnen worden, lag er verlaten bij.
Ach, het was voor een korte nacht, dacht ik, en klapte vermoeid van een dag fietsen ons tentje uit. En daar kwam hij aan, borst vooruit, in een kaki short en een bijpassend poloshirt. Dit was duidelijk een kampeerder die een stelletje vreemde vogels op de regels zou gaan wijzen.
‘Weet u dat u daar niet mag staan?’
‘U bent van de politie?’
‘Nee.’
‘Maar u draagt wel een uniform tijdens uw werk?’
‘Nee.’
‘Maar u houdt wél van regels?’
Daar ging het hem niet om, zei hij intimiderend. Hij kwam ons waarschuwen dat we het risico liepen vannacht van de camping te worden gestuurd. Ik wist dat hij loog. Uiteindelijk viel hij door de mand, toen hij ons vroeg of we het reglement bij de ingang niet hadden gelezen.
‘Ha ha’, riep ik, ‘u bent dus toch gek op de regeltjes!’
Met zijn mond vertrokken tot een spleet en ogen die zwommen in het vocht, draaide hij zich abrupt af.
‘Dan moet je het zelf maar weten, je bent gewaarschuwd’.
Ik heb slecht geslapen die nacht.

Harrie Hageman
< back